In een vorige blog schreef ik over de ambacht van coachen. In onze coachopleiding richten we ons op het ambachtelijk coachen. Dat is niet gebaseerd op het toepassen van specifieke technieken of op het kunnen hanteren van een methode of programma. Hoewel deze noodzakelijk zijn, is de coach zelf het belangrijkste instrument. Alle andere instrumenten, technieken en methoden gaan namelijk eerst door hem heen, voordat het de coachee bereikt. Dat betekent concreet dat wat de coach waarneemt, hoort, voelt en denkt in de interactie met de coachee, bepalend is voor hoe hij het coachinstrument vast heeft en hanteert. Dat vraagt veel zelfkennis, oefenen en reflecteren.
Zo maak je samen met de coachee een reis waarvan je beiden niet weet waar het precies gaat uitkomen.
Als beginnende coach ben je vooral gericht op de ambacht: volgens bepaalde stappen een bepaald resultaat bereiken en dan leren om die stappen door je heen te laten gaan. Als je daar voldoende mee oefent, komt er een moment dat je als coach aanvoelt dat het beter is om een stap uit te stellen of een stapje opzij te zetten. Dan is niet meer de methode leidend, maar sluit je op basis van je eigen inzichten en ervaringen aan bij wat de coachee nodig heeft. Je kan pas goed meebewegen met de ander, als je goed bent aangesloten op jezelf. Door deze weg te bewandelen raak je soms van het padje (de methodische pad die vaste stappen voorschrijft). Binnen de TM-benadering noemen we dit meanderen. Soms kom je dan ergens in het landschap van de coachee dat onbekend terrein is, maar wel informatie geeft die nodig is voor het ontwikkelingsproces. Zo maak je samen met de coachee een reis waarvan je beiden niet weet waar het precies gaat uitkomen. En daarmee raken we de kunst van het coachen.
Ik voel me steeds meer kunstenaar worden…
Met kunst bedoel ik enerzijds het scheppend karakter van coachen. Gaandeweg ontstaat er iets. Eerst heb je niets, dan ontstaan er een paar losse eindjes die zich stilaan verweven met nieuwe inzichten, en iets voortbrengen dat nog niet is geweest. Dat noem ik de kunst van coachen. Dan gebeurt er iets dat ontroering en verwondering oproept. Als coach heb je te maken met kostbaar, levend materiaal waarbij er al coachend schitterende panorama’s ontstaan van mensen die hun levensboek voor je openen. De schoonheid van coachen zichtbaar gemaakt in levende kunstwerken. Daarom hou ik zo van mijn vak. Daarom hou ik zoveel van het opleiden van coaches. Ik voel me steeds meer kunstenaar worden, die kan genieten van wat er tevoorschijn komt als het juiste wordt aangeraakt.