Ga terug naar Blogs

De achterkant van het mooie plaatje

Ik heb het gevoel dat we om de hete brei heen draaien, Iris’. Haar vraagstuk is werkgerelateerd. In deze tweede sessie krijgen we meer zicht op wat er aan de hand is en wat ze praktisch kan doen. Toch bekruipt mij het gevoel dat er iets niet klopt. Ik spreek het uit. Iris kijkt naar de flipover waarop we samen haar situatie hebben uitgetekend. ‘Hoe bedoel je, dit is toch duidelijk?’Ja, dat is ook niet wat ik bedoel’, verklaar ik. ‘Dit plaatje is helder, die snap ik. Maar dát plaatje (ondertussen wijs ik naar Iris) correspondeert volgens mij niet met het plaatje op de flipover’.

Iris leunt achterover. Er valt een stilte. Ze kijkt me aan met een vragende blik. ’Ik geef jou terug wat ik waarneem en ik heb daar een gevoel bij’, licht ik toe. ‘Als we spreken over jouw vraagstuk, dan heb je een actieve houding, je bent geconcentreerd, je schrijft mee, je vertelt wat er in je omgaat, je komt met ideeën… en daar rolt een plaatje uit dat je helpt om een volgende stap te zetten’.

Ja? ‘En wat klopt er dan niet?’, vraagt Iris. ‘Ik zie ook iets anders en dat wil ik bij je checken’, antwoord ik. ‘Als we niet actief in gesprek zijn, lijkt het alsof je meer afwezig bent. Het voelt voor mij dat je je afsluit. Misschien is dat niet zo en ben je gewoon aan het nadenken. Maar het lijkt dat je somber bent, een soort triestheid die ik denk te zien. Alsof je even in een andere wereld bent. Ik zie dat als je arriveert, als je weggaat, maar ook op momenten tussendoor, als ik koffie haal of als we langer de tijd nemen om te reflecteren. Dan denk ik: hoe is het met jou?

Bij de laatste opmerking sluit Iris haar ogen en zie ik de houding die ik net heb beschreven. ‘Dit gaat niet over werk’, fluistert ze. ‘Nee, maar het gaat wel over jou en jij neemt jezelf mee naar je werk’. ‘Daar kan ik het verbloemen’. ‘Die kwaliteit werkt hier niet zo goed’, antwoord ik met een glimlach. Als ze haar ogen opent, doe ik een uitnodiging: ‘Wil je er meer over vertellen? Dan kunnen we altijd nog zien of het invloed heeft op je werk. Maar ik ben oprecht benieuwd hoe het met je gaat’.

Het vervolggesprek opent een nieuwe dimensie naar, wat wij later hebben genoemd, ‘de achterkant van het mooie plaatje’ (op de flipover). Mijn gevoel benoemen als interventie op het coachproces, voelt soms kwetsbaar. Want stel voor dat mijn gevoel niet resoneert bij de ander of het proces verstoort? Inmiddels weet ik dat dit niet zo erg is en kan ik de interventie methodisch goed verantwoorden. Maar belangrijker nog is dat ik de mens achter de coachee zie. En dat kan alleen als ik iets van mijn mens-zijn inbreng: mijn gevoel, mijn ervaring, mijn meeleven. Als een metgezel, die met de ander oploopt. En oprecht betrokken is.

Zo wil ik coach zijn.

Ga terug naar Blogs