In een doos met oude jeugdspullen, die meer dan 20 jaar ongeopend is geweest, vind ik mijn oude beplakte goochelboek. Niet zo’n kindereditie, maar één met echte trucs: schouwburgwaardig. Al bladerend door de illusies die worden onthuld, gaan mijn gedachten terug naar 25 januari 1981.
“Trek maar een kaart, maakt niet uit welke”, zei ik tegen mij oom terwijl ik hem een pakje speelkaarten voorhield. Ondertussen keek ik het publiek in en sloeg mijn zwarte cape met enige dramatiek over de schouders. Er werd zachtjes gegniffeld om mijn robuuste optreden. Op de verjaardag van mijn moeder had ik de visite uitgenodigd om naar de ‘andere kamer’ te komen. Een tweede woonkamer voorin de boerderij, die ik had verbouwd tot een mini-theater. Op de muur achter mij had ik met vellen A4 papier mijn goochelaarsnaam geplakt: ‘De Grote Sultani’ (zelf bedacht, maar deels gejat van de bekende Sultana-koekjes).
Na enig aarzelen trok mijn oom een kaart uit het kaartspel. “Weet u het zeker?” Ja, mijn oom wist het zeker. “Geen andere kaart?” Nee, geen andere kaart. Ik was dertien jaar en verlegen, maar in mijn rol als goochelaar wist ik te entertainen. In mijn goochelboek had ik gelezen dat je spanning moet opbouwen en het publiek afleiden met grapjes en bewegingen. Ik had veel geoefend voor deze première en was zeker van mijn zaak.
“Laat de kaart maar aan het publiek zien”. Mijn oom hief lachend de kaart omhoog. Het was een Harten 8. “En nu mag u de kaart in vier gelijke delen scheuren”. Eén stukje mocht mijn oom bewaren, de andere drie stopte ik in een kleine pillenkoker (die uiteraard goed door het publiek was onderzocht op dubbele bodems en verborgen luikjes).
Nu kwam fase 1 van de truc. Met één handbeweging liet ik het pillendoosje met de kaartstukjes verdwijnen, maakte een buiging en nam gretig het applaus in ontvangst. Toen ik deed alsof ik van het podium zou lopen, riep mijn oom “En wat moet ik met dit stukje kaart?” “Oh ja, natuurlijk. Dat is stom van mij”, veinsde ik. “Euh, pak maar een sinaasappel van de fruitschaal”. Ik stak mijn hand uit en nam de sinaasappel in ontvangst die mijn oom ‘vrijwillig’ had uitgekozen. Met mijn andere hand, sneed ik theatraal de sinaasappel doormidden, om fase 2 van de truc in te leiden.
Langzaam haalde ik de twee helften van elkaar. En wat kwam daar tevoorschijn? Een opgerolde kaart. Op mysterieuze wijze hadden de drie verdwenen stukjes van de Harten 8 zich gevormd tot één kaart. Maar één stukje ontbrak. Waar zou die nu zijn? Triomfantelijk hield mijn oom zijn stukje kaart omhoog. Zou dat echt het verdwenen stukje zijn. Zou het passen? Ja, hoor! Onvoorstelbaar, hoe is dat mogelijk? Nu kreeg ik een staande ovatie. In mijn herinnering zie ik me weer buigen – drie keer – het podium aflopen en terugkomen voor nog een buiging.
Eigenlijk wil ik gewoon genieten van dit verhaal, zonder dat ik er iets mee moet, zonder dat jij er iets mee moet
En nu de les… althans, dat was mijn bedoeling. Deze herinnering leek mij een mooie inleiding om te vertellen over een aspect van ontwikkeling, coaching of leiderschap. Maar nu ik het heb geschreven, staat het mij tegen om er betekenis aan te ontlenen of er een les uit te trekken. Eigenlijk wil ik gewoon genieten van dit verhaal, zonder dat ik er iets mee moet, zonder dat jij er iets mee moet. Gewoon stilstaan bij een mooi moment en die niet verpesten door er van alles bij te halen.
En zo wordt dit verhaal toch nog een les voor mij. In mijn professie ben ik vaak op zoek naar het doorgronden van een goede truc, het ontmaskeren van een illusie, het verhaal achter het verhaal ontdekken, teruggaan naar de bedoeling en de essentie blootleggen. Dat gaat over onthullen wat verborgen is. Zichtbaar maken wat onbewust is. Tevoorschijn luisteren wat lang onder het stof heeft gelegen. Ik geniet van de momenten dat er een verbaasde blik op het gezicht van de coachee verschijnt en hij zegt: “Dit is het, nu snap ik het” of “nu weet ik hoe het werkt bij mij”.
Ik mag nog meer leren om daar af en toe uit te stappen. Niet altijd op zoek te gaan naar de ontdekking of de verwondering, maar soms ook iets te laten zijn zoals het is. Te zien wat voor ogen is, het moment te (her)waarderen, een mooie ervaring te koesteren en daar ‘gewoon’ blij mee zijn. Net als dit verhaal, mijn herinnering aan een mooie tijd, thuis op de boerderij.
Daarom ga ik nog even lekker bladeren in mijn goochelboek en wegdromen bij mijn herinneringen aan de optredens van ‘Bart, de grote Sultani’.