In het onlangs verschenen boek “Ik wil U van harte dienen” geef ik vier principes over de manier waarop je zorg draagt voor jezelf. De context is leiderschap in de kerk, maar de principes gelden voor elke leider die vitaal wil blijven. Lees hier de inleiding
Hoe is het met je?
Lange tijd heb ik leidinggegeven aan het concept van de zorgzame gemeente (Broekman, 2009). Met de leiders van de gemeente sprak ik er vaak over hoe je dat handen en voeten kunt geven. Omdat ik mij ervan bewust ben dat leiders een voorbeeldfunctie hebben, stond één vraag centraal in al onze ontmoetingen: ‘Hoe is het met je?’ We begonnen met deze vraag en schroomden niet om daar zeker een uur voor uit te trekken. Een zorgzame gemeente begint met zorg dragen voor jezelf. Elkaar daarop bevragen is een eerste vereiste. Dat was een van onze principes (Broekman, 2011).
Toch was deze aanpak geen garantie om niet onderuit te gaan en te constateren: ik ben mezelf volledig kwijtgeraakt. In de zomer van 2005 kwam ik thuis van een heerlijke vakantie met mijn gezin in de Franse Dordogne. In ruil voor het verzorgen van een serie preken voor een christelijk vakantiepark verbleven we in een mooi chalet. Ik voelde me verfrist toen we thuiskwamen en ervoer voldoening dat ik zelfs in vakantietijd mijn bediening mocht vervullen. Ik vond mezelf een kanjer. Een week later zou ik mijn werk voor de gemeente weer oppakken, maar naarmate die dag dichterbij kwam werd ik steeds onrustiger. De nacht ervoor kon ik niet slapen en barstte ik in huilen uit. ‘Ga jij maar eens naar de dokter,’ zei mijn vrouw. Dat deed ik dan ook maar. De eerste vraag die de arts stelde was: ‘Hoe is het met je?’ Ik vond dat wel grappig en had bijna de neiging om hem te vragen of hij geen leidinggevende in onze gemeente wilde worden. Maar uiteindelijk bleek er niets grappigs aan. Na enkele vervolgvragen zei hij tegen me: ‘Ik verbied je om aan het werk te gaan. Je blijft maar eerst een paar weken thuis om tot rust te komen.’ Toen ik thuiskwam zei ik verbaasd tegen mijn vrouw: ‘Moet je nu eens horen, de arts zegt dat ik overspannen ben.’ Ze keek me aan en zei: ‘Dat zeg ik al weken! Heb je daar een arts voor nodig?’ Toen drong de werkelijkheid tot me door. Ik had iedereen buitengesloten, inclusief mijn vrouw. Inclusief mezelf. Ik herkende mijn eigen signalen van overspannenheid niet. Ik was niet eerlijk naar mezelf geweest. Als de oudsten vroegen: ‘Hoe is met je?’ kon ik alleen maar antwoorden vanuit mijn rol als voorganger, vader, man en vriend. Maar ik kon geen contact maken met wat er diep in mij leefde.
Nadat ik voor mezelf erkende dat ik van het padje af was, stortte ik in. Ik voelde me wekenlang een uitgewrongen vaatdoek waar niets zinnigs uit kwam. Toen ik weer het vermogen had om enigszins redelijk te denken riep ik de hulp in van een coach. Er volgde een traject waarin ik veel over mezelf heb geleerd, maar vooral over de manier waarop ik leiding mag geven aan mijn leven. De belangrijkste les wil ik in dit hoofdstuk aan je teruggeven. Die les is dat uiteindelijk alleen jij verantwoordelijk bent voor de keuzen die je maakt in het zorg dragen voor jezelf. Zorgen voor mezelf voelde lang als een egoïstische daad. Er zijn zoveel mensen die dreigen verloren te gaan omdat ze Christus niet kennen. Er zijn zoveel mensen die snakken naar aandacht en hulp. Nu kan ik echter zeggen: ‘Ik geef alles wat ik heb, maar niet meer dan dat. Ik doe wat ik kan, maar alleen vanuit mijn specifieke gave en kwaliteiten. Ik wil van betekenis zijn, maar alleen vanuit de roeping die ik van God heb ontvangen.’
Ik heb ontdekt dat dit een Bijbelse gedachtegang is. Dat geeft veel vrijheid, maar ook ontzettend veel kracht. Vanuit mijn aard kan ik me snel verliezen in wat mij wordt aangereikt, maar vanuit de Geest ben ik steeds beter in staat om aan te sluiten bij wat God met mij voor ogen heeft. Dus als je mij vraagt: ‘Hoe is met je?’ Dan zeg ik: ‘Het gaat steeds beter.’ De volgende vier principes kan ik met vallen en opstaan steeds beter op mezelf toepassen. En ik ontdek steeds meer dat zijn kracht werkzaam is in mijn zwakheid (2 Kor. 12:9). Dat geeft rust. Niet ik, maar Hij bouwt zijn gemeente…
4 principes
Wil je weten wat de vier principes zijn? Koop dan het boek “Ik wil U van harte dienen“, Nicolas Pouyet (red), Bart Broekman, Gerard van der Schee, Paulien Vervoorn, e.a. KokBoekencentrum, Utrecht, 2020 In dit Handboek voor Oudsten worden door meerdere auteurs onderwerpen aangesneden waar je als oudste vroeger of later mee te maken krijgt. Van harte aanbevolen!